Feest in het zorgcentrum

Feest in het zorgcentrum

Feest in het zorgcentrum

Zorgcentrum

“Goedemorgen Meneer Vermazeren... kent u me nog?” Een keurig geklede trotse man, zittend in een rolstoel, kijkt me enigszins vreemd aan. Geen enkel spoor van herkenning bij hem. Dit kan kloppen. Vóór corona begeleidde ik een zangkoortje van zo’n twintig bejaarde mannen en vrouwen in een zorgcentrum. Iedere maandagmorgen was het feest. Voor hen, maar ook voor mij. Samen met een andere vrijwilligster haalden we de bejaarde mensen, waaronder boven genoemde meneer, op uit hun kamer en brachten ze dan naar de gezamenlijke huiskamer. Daar zongen ze onder het genot van een kopje koffie (mét koekje uiteraard) twee hele uren lang de longen uit hun lijf. Oudhollandse liedjes als ‘de klokken van Arnemuiden’, ‘twee reebruine ogen’, ‘roodborstje tikt’ tot ‘ik heb mijn wagen volgeladen’ klonken door het meestal zo stille zorgcentrum. De ouwe lui genoten volop, iedere maandagmorgen weer was het feest.

Beweegactiviteit

Toen sloeg Corona toe. Er mocht  niet meer gezongen worden met veel mensen tegelijk in één ruimte dus deze ontspanningsactiviteit werd 'for the time being' opgeschort. “Als we de activiteit weer opstarten weten we je te vinden”, mailde de activiteitenondersteuner mij destijds. Helaas heeft er tot op heden geen herstart plaats gevonden van 'het zingen', maar werd ik vorige week tot mijn grote verrassing wél benaderd voor een andere activiteit. De beweegactiviteit. 'Bewegen is niet echt mijn hobby, maar ach...laat ik het maar proberen', dacht ik in een gekke bui. Deze maandagmorgen ben ik na dik 2,5 jaar van afwezigheid dus weer terug in het voor mij zo bekende zorgcentrum, waar ik me moet melden in het sportcentrum. Daar staat de spelbegeleider, een vrolijke jonge knul van pakweg 25 lentes jong met donker krullend haar, me al op te wachten. Hij legt me uit wat er van me verwacht wordt. “Je kunt de mensen ophalen uit hun kamer en verder gewoon meedoen met de activiteit. Het wijst zich vanzelf". Samen met de andere vrijwilligster ga ik aan de slag. “Hier woont de oudste bewoner van Horst aan de Maas, die moet altijd opgehaald worden, hij is namelijk al 106 JAAR oud",  lacht mijn collega vriendelijk terwijl ze wijst naar een voor mij bekend naamplaatje. Mijn hart maakt een sprongetje, hij 'is' er gelukkig nog steeds. Deze meneer ken ik maar al te goed. Hij was destijds ook bij het zangkoortje. Eén van de fanatiekste zangers eruit.

Levenslust

Als we weer terug zijn in de sportzaal, hoor ik bekende muziekdeuntjes. 'De klokken van Arnemuiden', 'ik heb mijn wagen volgeladen' etc. "We bewegen altijd op muziek", zegt de jonge krullenbol terwijl hij de rolstoel met inzittende van mij overneemt en deze parkeert tussen de andere 'sporters'. Nu iedereen er is, begint de beweegactiviteit. We plukken én rapen appels (armen omhoog en armen omlaag). Ook zwemmen we in de zee en wandelen we door het bos. En dat allemaal in 1 uur tijd. Af en toe kijk ik naar die bijzondere man op hoge leeftijd naast me die beweegt en meezingt op de muziek alsof zijn leven ervan afhangt. Wat een levenslust. Wat een plezier. Je ziet hem echt genieten. Ik verheug me nu al op volgende week maandag. Misschien herkent ie me dan wel. En anders even goede vrienden. Je kunt een EEUWLANG niet alles en iedereen onthouden toch?! Het is hem bij deze vergeven;)